De vakantiedagen worden het hele jaar door opgebouwd en kunnen in beginsel ook het hele jaar door worden opgenomen. Maar hoe zit het als bij het einde van het dienstverband blijkt dat een werknemer meer vakantiedagen heeft opgenomen dan hij/zij had opgebouwd? In dat geval is er sprake van min-uren. Een werkgever zal natuurlijk graag willen dat de werknemer deze vergoedt, maar kan dit wel? In deze blog zal deze vraag aan de hand van jurisprudentie besproken worden.
In maart 2018 oordeelde rechtbank Limburg, locatie Roermond, dat een teveel aan opgenomen vakantiedagen door de werknemer moet worden vergoed bij het einde van het dienstverband. De rechter overwoog dat ‘indien een tegoed tot uitbetaling in geld leidt, dit gelijk staat aan ‘’gewoon’’ loon’. Zodra een werknemer vakantiedagen opneemt vóórdat deze zijn opgebouwd, is er derhalve sprake van een voorschot op loon.
Bij het einde van het dienstverband is dan sprake van onverschuldigd betaald loon, en dit zal door de werknemer moeten worden terugbetaald op grond van artikel 6:203 BW. Zoals in veel juridische geschillen, achtte de rechter ook hier een uitzondering van belang: indien terugvordering van de te veel opgenomen dagen niet redelijk en billijk zou zijn. Hiertoe had de werknemer echter onvoldoende gesteld, dus de uitzondering ging in deze zaak niet op.
Rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem, ging in mei 2018 mee in de motivering van rechtbank Limburg. In deze zaak was er eveneens sprake van een teveel aan opgenomen vakantiedagen bij beëindiging van het dienstverband.. Werkgever wilde de min-uren verrekenen in de eindafrekening, maar werkneemster ging hier niet mee akkoord.
Zij verwees naar eerdere jurisprudentie waarin de rechter oordeelde dat verrekening van te veel opgenomen vakantiedagen niet mocht, en dit zou ook in haar geval van toepassing zijn. De rechter oordeelde net als rechtbank Roermond dat er sprake was van onverschuldigd loon dat moest worden terugbetaald door werkneemster.
Bovenstaande uitspraken verschillen van de uitspraak van rechtbank Haarlem (thans rechtbank Noord-Holland) uit 2010. In maart van dat jaar speelde er een zaak bij rechtbank Haarlem, waarin de rechter oordeelde dat te veel opgenomen dagen niet zomaar moesten worden terugbetaald door de werknemer. De rechtbank was van mening dat het de werkgever was, die uiteindelijke besliste of er wel of geen vrije dag opgenomen kon worden. Dat er teveel vakantiedagen waren opgenomen, kwam dus voor risico van de werkgever.
Die had zijn fout kunnen voorkomen door op een duidelijke manier, die niet vatbaar is voor enig misverstand, aan te geven dat werknemer zijn te veel opgenomen dagen zou moeten terugbetalen bij het einde van zijn dienstverband. Dit stemt overeen met artikel 7:632 BW. Het opnemen van een bepaling in bijvoorbeeld de arbeidsovereenkomst had een uitkomst kunnen bieden voor de werkgever.
De uitspraken die er zijn, zijn niet eenduidig. De twee uitspraken uit 2018 spreken meer in het voordeel van de werkgever, terwijl in 2010 de werknemer aan het langste eind trok.
Als werknemer is het van belang dat u zich bewust bent van het feit dat vakantiedagen worden opgebouwd. Het is daarom goed om, ter voorkoming van misverstanden, duidelijke afspraken te maken met uw werkgever zodra u meer dagen opneemt dan u reeds opgebouwd hebt. Eveneens doet de werkgever er goed aan om de opname van vakantiedagen goed in de gaten te houden en het initiatief te nemen tot het maken van afspraken. Uiteindelijk blijft: communication is key (en leg dit bij voorkeur dan wel even schriftelijk vast).