ontslag op staande voet


Rinie Verleun | 11/01/2022

Ontslag op staande voet: geen gelopen koers

Recentelijk heeft het Gerechtshof Den Haag een arrest gewezen over een ontslag op staande voet, waaruit blijkt hoe risicovol het voor partijen is om verwikkeld te raken in een dergelijk ontslag. Dat geldt zowel voor de werkgever als voor de werknemer, hoewel de zaak uiteindelijk ten nadele uitviel van de werkgever. Op het moment van schrijven van dit artikel kan nog cassatie worden aangetekend bij de Hoge Raad, maar dat doet aan de essentie van dit artikel niet af.

Wat was er aan de hand?

De zaak betrof een werkneemster, die al sinds augustus 2000 bij de werkgever – een supermarkt - in dienst was. Aan deze werkneemster werd medio februari 2021 aan het eind van een middag een armband in bewaring gegeven, die in de winkel was gevonden. De discussie tussen partijen ging over de vraag of de werkneemster de armband vervolgens had gestolen, volgens werkgever reden voor ontslag op staande voet.

ontslag op staande voet

 

Nadat de werkneemster de armband in ontvangst had genomen, heeft zij deze in een kast opgeborgen. In de daarop volgende minuten heeft de werkneemster het kastje enkele keren geopend, en daarin “gerommeld” en iets in haar broekzak gestopt. Een en ander is vastgelegd door een beveiligingssysteem dat met camera’s werkt. De camera waarom het ging was voorzien van een sensor waardoor, kort gezegd, alleen opnames worden bewaard als door de camera bewegingen worden waargenomen.

Nadat de eigenaresse in de winkel had gevraagd of de armband was gevonden, bleek dat de armband niet meer in de kast lag. Er is vervolgens nader onderzoek gepleegd en daaruit is gebleken dat de armband aan het begin van de dag, volgend op de dag waarop de armband in bewaring was gegeven, al niet meer in de kast lag. Voorts is vastgesteld, dat er weliswaar drie andere medewerkers in de kast zijn geweest, maar dat die niets uit de kast hebben gehaald. Dit alles was grotendeels gebaseerd op camerabeelden en verklaringen van personeelsleden.

Kortom: het lijkt allemaal duidelijk. De werkneemster legt een gevonden voorwerp in de kast, haalt er vervolgens iets uit – niet duidelijk wat het precies is – en de volgende dag is het weg. Anderen hebben niets uit de kast gehaald. De werkneemster werd na onderzoek op staande voet ontslagen.

Wat is nu precies een ontslag op staande voet?

Dat is een onmiddellijke opzegging van de arbeidsovereenkomst, zonder opzegtermijn. Dat kan alleen als er een dringende reden aan die opzegging ten grondslag ligt. Bovendien mag men niet wachten met het geven van een ontslag op staande voet. Er kan enige tijd nodig zijn voor onderzoek, maar dan moet zo’n ontslag “onverwijld” – dus eigenlijk direct – worden gegeven. Dat houdt dus in, dat de beslissing om wel of niet tot dit ontslag over te gaan, heel snel moet worden genomen.

De werkneemster legde de zaak voor aan de kantonrechter, om het ontslag op staande voet aan te vechten, maar ving bot. In plaats daarvan moest zij een bedrag van € 3.070,43 aan de werkgever betalen.

Vervolgens ging zij in beroep bij het Gerechtshof Den Haag. Bij de kantonrechter had de werkneemster nog gevraagd om herstel van de dienstbetrekking, maar dat verzoek heeft zij in hoger beroep niet gehandhaafd. Bij het Gerechtshof verzocht zij dus alleen om een billijke vergoeding wegens een onterecht ontslag op staande voet. Simpel gezegd stelde de werkneemster zich dus op het standpunt: ik berust in de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, maar omdat het ontslag op staande voet ten onrechte is gegeven, wil ik daarvoor een billijke vergoeding.

Die billijke vergoeding werd door het Gerechtshof toegewezen, want het Gerechtshof was er niet zo van overtuigd, dat uit het beveiligingssysteem onomstotelijk voortvloeide dat er sprake was van diefstal door de werkneemster. Het Gerechtshof oordeelde, dat op grond van de specifieke werking van dit systeem niet uitgesloten kon worden dat er misschien wel iets meer of anders was gebeurd, dan wat op grond van de camerabeelden bleek. De camera’s kwamen namelijk pas onder specifieke omstandigheden in actie. Dus kon ook niet met zekerheid worden vastgesteld dat de werkneemster had gestolen, en dus was ook de grondslag van het ontslag op staande voet niet zeker.

Uit de wettelijke regeling en uit dit arrest van het Gerechtshof Den Haag volgen een paar belangrijke zaken.

Een werknemer die op staande voet wordt ontslagen, loopt het risico een behoorlijke schadevergoeding aan de werkgever te moeten betalen. Maar van de werkgever wordt wel verwacht, dat er geen enkele twijfel kan bestaan over de reden waarom het ontslag op staande voet wordt verleend. In een zaak als deze komt naar voren, dat twee rechters over de zaak oordelen, en over dezelfde zaak tot een andere conclusie komen. Dat geeft maar weer eens aan hoe risicovol het is om tot een dergelijk ontslag over te gaan. Maar ook, dat een werknemer niet direct bij de pakken behoeft neer te zitten.

Een ontslag op staande voet is in het arbeidsrecht echt het ultieme middel, waarover geen enkele twijfel over de feiten mag bestaan. Ook al ben je als werkgever nog zo zeker van je zaak: het komt in alle zaken op de details aan, en dat is zeker het geval bij deze wijze van ontslag. De werkneemster werd op 18 februari 2021 op staande voet ontslagen. De uitspraak van het Gerechtshof was op 21 december 2021 dus er is zeer voortvarend geprocedeerd. En het koste de werkgever uiteindelijk meer dan € 70.000,-.

Een ontslag op staande voet wordt vaak in een opwelling gegeven, en onder emotionele stress. Maar de consequenties zijn zeer ingrijpend, zowel voor de werkgever als voor de werknemer. En hoewel snel beslissingen moeten worden genomen, loont het zeker de moeite om advies in te winnen. Want als er ook maar enige twijfel is, loopt een op staande voet ontslag vaak mis. Dan is het misschien beter om via een andere route tot een oplossing te komen.

Meer weten over ontslag op staande voet of over andere arbeidsrechtelijke vragen in het algemeen? Neem contact met ons op.